Tja, is dit niet het mooiste feest op deze aarde, in het tijdelijke paradijs? Met prachtige verkleedpartijen en andere rituelen. Om te zwijgen van het gemeenschapsgevoel en de ongebondenheid die doorgaans eveneens een prominente rol spelen. Iedereen heeft er weer enorm veel zin in. Maar helaas, corona heeft ditmaal roet in het bier gegooid. Vertier en gezelligheid hebben plaats gemaakt voor de stilte, de leegte, de ingetogenheid, de weemoed, de berusting.
De camera, die geregeld verborgen staat opgesteld achter een spiegel, registreert het leven in Oeteldonk (Den Bosch), Oeles-riek (Tegelen) en Grolle (Groenlo) van om en nabij negen maanden geleden. „Het basisidee heeft lang door mijn hoofd gezweefd. Ik stond eens langs de kant vol verwondering te kijken naar de Grote Optocht. Overal hossende mensen met sprekende gezichten. Cadeautjes voor een fotograaf. Ik vroeg me hardop af: wat kan ik als filmmaker hier in hemelsnaam aan toevoegen?’’
,,Het antwoord diende zich juist aan in coronatijd. Het intense verdriet over het niet doorgaan van het carnaval zag ik gelijk als een cruciaal ingrediënt voor een interessante productie. Als zijnde een kantelende tegenkleur die een levensgroot contrast vormt met de karakteristieke vrolijkheid”, verduidelijkt Van Osch (59) die naast zijn rol van regisseur/producent ook enkele ondersteunende taken op zich heeft genomen.
De film gaat over het leven, zoals zich dat weerspiegelt in carnaval. De pijn van het gemis voert de boventoon.
„Om de oprechte gevoelens helemaal helder te krijgen, moest ik de magie achter de ziel van carnaval zien te doorgronden. Met andere woorden: het onzichtbare zichtbaar te maken door de hoofdrolspelers proberen te ontdoen van hun spreekwoordelijke maskers of andere vormen van vermomming. Ik doel niet op de carnavaleske vermommingen. Uiteindelijk is dat gelukt. De kijker krijgt immers bloedserieuze verhalen met een scala aan emoties voorgeschoteld.’’
,,De film gaat over het leven, zoals zich dat weerspiegelt in carnaval. Gepaard met anekdotes, maar zonder opsmuk. Ha, de schmink, de glitters en de pruiken van de personages buiten beschouwing gelaten. De pijn van het gemis voert de boventoon. Het is een bewuste keuze dat we in drie afzonderlijke plaatsen hebben gefilmd, om zo méér diepgang te creëren.”
Meerdere doorknede en markante carnavalsvierders verschijnen op het witte doek. Onder wie bekende Oeteldonkers als Monique Gloudemans, Jan van den Heuvel, Piet Netten en John Meulesteen. „De stad lééft niet. Ik zal niet zeggen oorlog, die heb ik niet meegemaakt. Maar het lijkt erop. Ja…dus dóód”, aldus Meulesteen die even later in een akelig lege Oeteldonkse bouwhal de rood-wit-gele vlag halfstok hangt. Hij vindt op die sacrale plek troost bij Van den Heuvel. Die laat zich evenmin onbetuigd: „Door die corona zakte de vloer echt onder ons weg. Daar zitten we dan, thuis. Het is alsof ze door oewe kop hebben geschoten.”
Film begeleid door live-muziek
Een extraatje is dat de film op nostalgische wijze begeleid wordt door (sferische) live-muziek, gecomponeerd door Jesse Passenier en uitgevoerd door verschillende harmonieorkesten. Van Osch: „In Den Bosch zal de Koninklijke Harmonie ’s-Hertogenbosch, aangevuld door een aantal gasten, de uitvoering voor haar rekening nemen. Een tiental andere orkesten doet elders in het land hetzelfde, aangezien de filmvertoning zich niet zal beperken tot deze stad.”
Binnen het geheel neemt de fotografie van Jan Banning, met wie Van Osch regelmatig samengewerkt, óók een voorname plek in. Banning, die zo nu en dan al portretterend in beeld verschijnt, heeft de hoofdrolspelers op de gevoelige plaat vereeuwigd. De resultaten daarvan zijn te zien in een aparte foto-expositie in De Verkadefabriek